Skip to content
Veelgemaakte fouten bij het openen en serveren van wijn

Veelgemaakte fouten bij het openen en serveren van wijn

Geschreven door Julian van Dijk

Het openen en serveren van wijn lijkt zo makkelijk. Je haalt de kruk uit de fles of draait de dop open en schenkt de wijn in. Toch zijn er genoeg mensen die hier onbewust fouten bij maken. Zo is de temperatuur niet altijd goed of wordt er te veel wijn ingeschonken. Jammer, want je geniet zo niet optimaal van de smaak. Gelukkig zijn deze fouten vrij makkelijk te voorkomen. Benieuwd hoe je dit doet? Je ontdekt het in dit artikel!

1. Te warm of te koud serveren

We trappen af met een van de meest gemaakte fouten. Wijn wordt namelijk regelmatig op de verkeerde temperatuur geserveerd. Rode wijn wordt vaak te warm ingeschonken, terwijl witte wijn en rosé juist te koud uit de koelkast komt. Dit gaat ten koste van de smaak. Houd daarom de volgende vuistregel aan: rode wijn komt het beste tot zijn recht bij 16 tot 18 graden, witte wijn bij 8 tot 12 graden. Reden genoeg om wijn op de juiste manier te bewaren als je het ons vraagt.

2. Verkeerde glazen gebruiken

Je verwacht het misschien niet direct, maar het glas dat je gebruikt kan het verschil maken. Schenk je rode wijn in een te klein glas? Dan kan de wijn niet ademen en dat zorgt ervoor dat de geuren en smaken minder goed vrijkomen. Bij stevige wijnen, zoals een Barolo wijn, is dit extra belangrijk. Heb je een lichte, witte wijn gekocht? Gebruik dan een smaller glas. Het frisse zuurtje van zo’n wijn blijft hierin namelijk beter behouden.

3. Fles op de verkeerde manier openen

Er zijn genoeg mensen waar het bij het openen van de fles al fout gaat. Zo wordt de kurk er soms scheef uitgetrokken. Het gevolg hiervan is dat er stukjes kurk in de wijn kunnen vallen. Plaats de kurkentrekken daarom altijd in het midden van de kurk en houd hem recht. Draai het hulpmiddel vervolgens rustig de kurk in. Let goed op dat je hem niet helemaal door de kurk heen draait, want dan kunnen er ook stukjes kurk in de wijn vallen. Trek de kurk altijd rustig en gelijkmatig omhoog.

4. Geen tijd geven om te ademen

Veel mensen geven wijnen niet de kans om te ademen. Nu hoeft dit niet bij elke wijn, maar er zijn wijnen waarbij dit wel handig is. Brunello di Montalcino is hier een goed voorbeeld van. Giet je deze rode wijn over in een karaf en laat je hem vervolgens een half uurtje staan? Dan heeft dit een positief effect op de smaken en aroma’s. Witte wijnen hoef je meestal niet te laten ademen.

5. Te veel of te weinig inschenken

Tot slot wordt een glas vaak (veel) te vol geschonken. Hoewel dit misschien gezellig lijkt, is het niet praktisch. Je kunt morsen bij het oppakken van het glas en walsen wordt er onmogelijk door. Schenk een glas wijn daarom liever nooit voor meer dan een derde vol. De aroma’s komen dan ook beter vrij en dat komt de smaak ten goede.